iets - ik h
- iets
- iets (de werkelijkheid) onder ogen zien
- iets (maar) blauwblauw laten
- iets (niet) kunnen behappen
- iets (niet) kunnen plaatsen
- iets (recht) in iemands gezicht zeggen
- iets (tot) in de perfectie kennen
- iets (trachten) recht (te) breien
- iets a priori vaststellen
- iets aan de discussie toevoegen
- iets aan de grote klok hangen
- iets aan de haak slaan
- iets aan de hand hebben
- iets aan de man brengen
- iets aan de orde stellen
- iets aan de vergetelheid ontrukken, onttrekken
- iets aan de waslijn hangen
- iets aan de weet komen
- iets aan de wilgen hangen
- iets aan een spijker vastmaken
- iets aan een touwtje vastmaken
- iets aan het daglicht brengen
- iets aan het licht brengen
- iets aan het oog onttrekken
- iets aan het zicht onttrekken
- iets aan iemand verplicht zijn
- iets aan iemands oordeel overlaten
- iets aan kant maken
- iets aan mootjes hakken
- iets aan scherven slaan
- iets aan splinters slaan
- iets aan stukken slaan, gooien
- iets aandoenlijk vertellen
- iets aanklikken met de muis
- iets aannemelijk maken
- iets achter de hand hebben
- iets achter de kiezen hebben
- iets achter slot houden
- iets achter, in de mouw hebben
- iets af krijgen